REGLEMENT VOOR DE
‘NEDERLANDSE PLANTEN COLLECTIES’
1 DOEL
Het oprichten en in stand houden van plantencollecties voor dendrologische- en vergelijkende doelen.
2 DEFINITIES COLLECTIES
a. Dit reglement voor de Nederlandse Planten Collecties (in het vervolg genoemd NPC) kent slechts de begrippen ‘collectie’, ‘aspirant collectie’ en ‘gastcollectie’.
b. Het predicaat NPC-collectie kan worden toegekend aan een verzameling houtachtige gewassen, overblijvende planten of bolgewassen.
c. De betiteling ‘collectie’ wordt gegeven aan de collectie. Dit betekent dat het predikaat ‘NPC-collectie’ overdraagbaar is. De collectie dient in Nederland te staan met uitzondering van overzeese rijksdelen.
d. De betiteling ‘gastcollectie’ wordt gegeven aan een collectie in Vlaanderen en dient in Vlaanderen te staan. Hiervoor gelden dezelfde regels als wat hiervoor wordt aangeduid als ‘collectie’
e. Er zijn meerdere collecties met dezelfde benaming mogelijk, bij voorkeur op verschillende grondsoorten en geografisch gespreid.
f. Bij een tweede collectie met dezelfde naam dient, door de NPC-commissie, overleg te worden gevoerd met de reeds aanwezige collectiehouder. Deze kan, mits op goede gronden, bezwaar maken.
De NPC-commissie kan dit bezwaar overnemen of gemotiveerd afwijzen.
g. Om vergelijkend onderzoek mogelijk te maken dient een collectie bij voorkeur op één aaneengesloten perceel te zijn geplant.
3. SORTIMENT
a. Een collectie kan worden opgenomen in de, door de KVBC beschermde, ‘Nederlandse Planten Collecties’ indien de collectie uit een voldoende aantal planten bestaat en over voldoende kwaliteit beschikt. Of aan bovenstaande voorwaarden is voldaan wordt beoordeeld door de NPC-commissie.
b. Een collectie kan bestaan uit een geslacht of een gedeelte van een geslacht voor planten met drie of meer groeiseizoenen. Hieruit volgt dat een- en tweejarigen, evenals groenten niet worden toegelaten.
c. Uitgesloten zijn ook kamerplanten en tropische kasplanten daar de NPC zich tot buitenplanten beperkt.
d. De collectie dient geplant te zijn in de volle grond en niet in potten. Slechts met gegronde redenen kan hierop een uitzondering worden gemaakt.
e. De toekomstige collectiehouder dient aannemelijk te maken dat de collectie kan overwinteren ( in sommige gevallen bijvoorbeeld door stek).
4. LOKATIE
a. De locatie dient goed (te voet) bereikbaar te zijn, zowel in afstand als in ligging.
b. De locatie dient, bij voorkeur, vanaf de openbare weg duidelijk herkenbaar te zijn of te worden aangegeven.
5. PLANTAFSTAND EN ETIKETTERING
a. De plantafstand tussen de planten onderling dient zodanig te zijn dat ieder exemplaar zich redelijk kan ontwikkelen naar zijn natuurlijke habitus.
b. De planten dienen gezond te zijn.
c. Van een belangrijk deel van de collectie dienen de planten van representatieve grootte te zijn.
d. Het aantal planten moet voldoende zijn om eventuele uitval of snelle veroudering op te vangen.
e. Iedere plant dient voorzien te zijn van een duidelijk en permanent etiket, eventueel gecodeerd, èn van een op afstand leesbaar naambord.
f. De benaming dient foutloos te zijn en moet beantwoorden aan de meest recente wetenschappelijke regels.
g. De verwervingsdatum, herkomst, plaats in de collectie en dergelijke dienen zo goed mogelijk te worden gedocumenteerd.
h. Jaarlijks dient, op verzoek van het secretariaat, een actuele lijst van de collectie te worden overlegd.
6. BEZOEK
Bezoek aan de collectie kan plaats vinden tijdens de door de collectiehouder bepaalde openstelling of na het maken van een afspraak met de collectiehouder.
7. AANVRAAG EN BEOORDELING
a. Een ieder die een collectie heeft waarvan hij/zij denkt dat deze in aanmerking komt voor het predikaat ‘Nederlandse Planten Collectie’ dient dit schriftelijk aan te vragen bij de secretaris van de NPC-commissie.
b. Na aanmelding van een collectie krijgt deze het predikaat ‘aspirant collectie’. Het lidmaatschap dient binnen een jaar beoordeeld te zijn. De collectie wordt in dat jaar nog niet meegenomen met de publicatie in Dendroflora. Aan de aanvraag zijn geen kosten verbonden.
c. De beoordeling of de collectie voldoet aan het reglement vind plaats door leden van de NPC-commissie.
d. Indien de collectie nog niet volledig voldoet aan dit reglement kan een herbeoordeling plaats vinden. De aanvrager krijgt hiervoor maximaal een jaar de tijd. Voldoet de collectie dan nog niet dan wordt de aanvraag voor het lidmaatschap van de NPC als vervallen beschouwd.
e. Een collectie, met het NPC-predikaat, die niet meer voldoet aan dit reglement, krijgt een waarschuwing. Vervolgens zal volgens punt d van dit artikel gehandeld worden.
f. Een nieuwe aanvrager, of iemand die een bestaande collectie overneemt, dient aan te tonen dat hij voornemens is de collectie verder te ontwikkelen.
g. Bij een negatieve beoordeling bij de punten c en e kan de aanvrager, indien hij daar gronden voor aanwezig acht, in beroep gaan bij het bestuur van de KVBC.
8. TOETREDEN en AFMELDEN
a. Indien de collectie voldoet aan de reglementen dan krijgt de collectiehouder hiervan schriftelijk bericht.
b. Het lidmaatschap van de KVBC is vereist.
c. Er wordt een bord geleverd met daarop de naam en het embleem van de KVBC en de naam(en van de collectie(s). Dit bord blijft eigendom van de KVBC en wordt de collectiehouder tegen kostprijs in rekening gebracht.
d. Extra borden kunnen worden verkregen tegen kostprijs.
e. Indien een collectie wordt opgeheven dient dit bij de NPC te worden gemeld. De collectie wordt dan uitgeschreven en er kan, indien gewenst, geholpen worden bij het zoeken naar een vervangende locatie/collectiehouder.
9. PUBLICATIE
De KVBC verplicht zich als tegenprestatie voor het naleven van dit reglement de collecties op te nemen in Dendroflora onder het hoofdstuk: Nederlandse Planten Collecties. Zolang de collecties voldoen aan dit reglement zal publicatie periodiek worden herhaald.
10. KEUREN
a. Indien de collectiehouder zijn/haar collectie, of een deel ervan, in aanmerking wenst te laten komen voor een gebruikswaardekeuring (zgn. ‘sterrenkeuring’) dan zal dit worden voorgelegd aan de Keuringscommissie en het bestuur van de KVBC.
b. Bij het akkoord bevinden door de betreffende partijen zal het ‘Reglement betreffende het opplanten van plantengeslachten of een gedeelte daarvan ten behoeve van gebruikswaardekeuringen en het eventueel instandhouden van gekeurde sortimenten’ van kracht zijn.
Toelichting en reglement zijn bij de Keuringscommissie van de KVBC verkrijgbaar.
11. ONVOORZIEN
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de NPC-commissie. Tegen de beslissing van de NPC-commissie is beroep mogelijk bij het bestuur van de KVBC. De uitspraak van het bestuur van de KVBC is bindend en onherroepelijk.